FAQ

  • Houden jullie rekening met voorkeuren bij de koppeling tussen cliënt en mentor?

Een vertrouwensband tussen cliënt en mentor is wezenlijk. Bij de koppeling houden we dan ook zeker rekening met wederzijdse voorkeuren en mogelijkheden. Vooraf aan een kennismakingsgesprek wisselen we informatie uit. Vervolgens is er een eerste ontmoeting. Hierna geven zowel de cliënt als de (aankomend) mentor aan of ze nader willen kennismaken.

Na één of meerdere gesprekken vragen we beide of er sprake is van een klik. Wanneer dat zo is verkrijgt de (aankomend) mentor, nadat de rechtbank de beschikking heeft afgegeven, een mandaat om de taken binnen het mentorschap uit te oefenen. In principe is er dan een koppeling voor lange tijd gerealiseerd. Regelmatig is er vanuit de stichting contact met de mentor en jaarlijks met de cliënt. Via de stichting wordt gekeken of het mentorschap naar tevredenheid wordt uitgevoerd. Waar er om welke reden dan ook geen effectieve invulling van het mentorschap is zal de stichting daarover de rechtbank informeren en zo samen zoeken naar een (beter) passende oplossing.

  • Wat is het verschil tussen een beroepsmentor en een mentor via deze stichting?

Wettelijk is er geen verschil. Terwijl de invulling van de taak in de regel wel verschillend is. Er staat 17 uur per jaar in de wet voor de uitoefening van de rol. Een mentor via onze stichting zal de cliënt om de week. Daarmee is er een veelvoud aan contact (ongeveer zo’n 120 uur per jaar). Wat ook verschilt is dat een mentor via onze stichting intrinsiek heeft gekozen om het mentorschap voor juist deze persoon op zich te nemen. De mentor heeft in de regel één cliënt.

  • Krijg ik als mentor een (onkosten)vergoeding?

Cliënten betalen een vergoeding voor het mentorschap aan Stichting Mentorschap Amsterdam. Een deel daarvan ontvangt een mentor als onkostenvergoeding. Deze vergoeding is gebaseerd op kosten die worden gemaakt om de cliënt te bezoeken. De vergoeding is per 2016 € 364,-.

Meer informatie over de kosten van het mentorschap voor cliënten vindt u bij kosten.

  • Moet ik een opleiding of ervaring in de zorg hebben om mentor te kunnen worden?

Een mentor is overlegpartner, vertrouwenspersoon, adviseur en vertegenwoordiger. Er zijn competenties beschreven waaraan de mentor moet voldoen. Eén daarvan is dat het van belang is dat u met gezond verstand kijkt naar het belang van de cliënt en daar naar handelt. Dat vraagt soms een andere route dan die u voor uzelf zou volgen. U heeft geen opleiding en ervaring in de zorg nodig om mentor te worden. Heeft u die wel, dan zal het u als mentor zeker van pas komen. Dat geldt ook voor privé-ervaringen met bijvoorbeeld een familielid met een ziekte of beperking.

  • Zit ik voor de rest van mijn leven aan een mentorschap vast?

De rechter benoemt de stichting als mentor. De stichting kan een vrijwilliger, mits deze voldoet aan geldende kwaliteitseisen, een mandaat geven om de mentorschapstaken uit te voeren. Er wordt tussentijds getoetst of het mentorschap voor de cliënt nog steeds van toepassing is (minimaal eens in de vijf jaar). Mentorschap Amsterdam vraagt u (vanwege de verantwoordelijke taken en vertrouwensband met de cliënt) om zich voor minimaal 2 jaar aan onze stichting te verbinden.

Het mentorschap eindigt wanneer de cliënt overlijdt of door ontslag van deze taak. U kunt ook zelf om ontslag vragen wanneer uw situatie veranderd is, of u om andere reden niet langer het mentorschap wilt of kunt vervullen. In dat geval zal de stichting op zoek gaan naar een andere mentor. De rechtbank en de stichting zullen in het algemeen wel vragen om aan te blijven tot er een nieuwe mentor een mandaat gegeven kan worden.

  • Moet ik als mentor ook beslissingen nemen bij keuzes rond het levenseinde van mijn cliënt?

U mag als mentor geen beslissingen nemen over het levenseinde van uw cliënt. Wanneer u de wensen van uw cliënt kent (bijvoorbeeld wanneer uw cliënt deze op papier heeft gezet), is het wel uw taak om deze kenbaar te maken. Een dergelijk persoonlijk besluit kunt en hoeft u niet te nemen.

  • Hoeveel tijd kost het mentorschap?

Als mentor bij Mentorschap Amsterdam vragen wij u om ongeveer eens per 2 weken contact te hebben met uw cliënt. De meeste mentoren besteden ongeveer een dagdeel (4 uur) per twee weken aan een mentorschap.

  • Hoe zit het met aansprakelijkheid als ik mentor word?

U bent als mentor alleen aansprakelijk voor beslissingen die verkeerd uitpakken, wanneer u deze niet zorgvuldig hebt genomen. Zorgvuldigheid betekent bijvoorbeeld dat u de mening van uw cliënt hebt afgewogen, met relevante deskundigen overlegd hebt, en op basis daarvan uw besluit hebt genomen.
U houdt een (beknopte) rapportage bij van uw mentorschap. Op die manier kunt u, wanneer bijvoorbeeld de rechter erom vraagt, altijd terugvinden welke acties u hebt ondernomen en welke afspraken u hebt gemaakt. Jaarlijks is er een evaluatie met de cliënt, de mentor en betrokken zorgprofessionals.