Mentorschap in de praktijk

Onze mentoren hebben veel contact met hun cliënt. Afhankelijk van hun wensen en behoeften, kunnen zij ook contact hebben over andere onderwerpen. Zij kunnen bijvoorbeeld samen koffiedrinken of praten over onderwerpen die hen allebei bezighouden. Ieder koppel vult dat op een eigen manier in. Centraal in het mentorschap staat de bevoegdheid die de mentor heeft om voor zijn cliënt op te komen.
In het werk van onze mentoren is kwaliteit en professionaliteit belangrijk. Wij begeleiden de mentoren en bieden continu trainingen aan om de kennis actueel te houden. Om de kwaliteit te waarborgen hebben alle mentoren van de Stichting Mentorschap Amsterdam een gedragscode ondertekend en zijn de taken en profiel van de mentor duidelijk omschreven.
Een mentor is niet bevoegd te beslissen over financiële zaken. Hiervoor kan een bewindvoerder of financieel vertegenwoordiger bij de rechtbank worden aangevraagd. Een cliënt kan zowel een bewindvoerder als mentor hebben. Ook op de website voor goede vertegenwoordiging kunt u hierover meer algemene informatie vinden of raadpleeg de informatie van de overheid.
De taken van een mentor zijn:
- Belangenbehartiging
Voor de persoonlijke belangen van de cliënt opkomen en hem of haar daarin adviseren.
- Advisering
De cliënt adviseren en motiveren bij het nemen van persoonlijke beslissingen.
- Vertegenwoordiging
De cliënt vertegenwoordigen in zijn of haar verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding.
- Opbouw en behoud van vertrouwen
Een vertrouwensband is van belang voor het uitvoeren van de taken. Hierdoor kan de mentor vanuit de gewoonten, wensen en behoeften van de cliënt handelen.
Doordat de mentor wettelijk is benoemd heeft hij of zij de bevoegdheid om;
- beslissingen te nemen over de verpleging, verzorging en begeleiding van de cliënt
- vast te stellen in welke situatie de cliënt zelf wil en kan beslissen en hem/haar daarbij te assisteren en motiveren.